TECHNISCH TEKENEN

Wie wel eens een meubelstuk in elkaar heeft gezet, weet hoe handig een goede tekening kan zijn om je daarbij te helpen. Met behulp van een tekening weet je namelijk welke onderdelen je aan elkaar vast moet maken en wat voor bevestigingsmateriaal je hierbij nodig hebt. Tekeningen worden dus gemaakt voordat je aan het werk gaat en vertellen je hoe het werkstuk er uit gaat zien, op welke manier iets vast gemaakt wordt, wat voor afmetingen de onderdelen hebben en van welk materiaal het gemaakt is.

In het verleden was er weinig behoefte aan tekeningen omdat de ontwerper en de maker vaak dezelfde persoon waren. Geleidelijk aan ontstond er steeds meer behoefte aan duidelijke tekeningen omdat de ontwerper en de maker verschillende personen zijn. om ervoor te zorgen dat de manier om iets te tekenen niet verschilt per tekenaar zijn er bepaalde Normen (tekenregels) afgesproken. Op deze manier is er eenheid in de manier waarop technische tekeningen getekend moeten worden. In Nederland worden deze normalisatie werkzaamheden gecoördineerd door het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI)

 

Tekengereedschap.

Bij het maken van technische tekeningen heb je bepaald tekengereedschap nodig. sommige dingen zijn op school aanwezig maar andere zul je zelf mee moeten nemen naar de lessen. Zelf moet je een HB potlood, Pen, Harde geodriehoek, Gum en Punteslijper mee nemen naar de lessen.

 

Figuurlijnen
Figuurlijnen zijn de dikke lijnen op een technische tekening die de vorm van het ontwerp aangeven. Een technische tekening zet je eerst op in dunne lijnen. De lijnen die de vorm van het ontwerp aangeven, maak je dikker. Dat heet optekenen. De dikke lijnen die je optekent zijn de figuurlijnen. De rest van de dunne lijnen gum je weg als je ze niet meer nodig hebt.

Onzichtbare lijn
Onzichtbare lijnen zijn lijnen die er wel zijn maar die je niet ziet doordat ze bijvoorbeeld aan de achterzijde van het figuur zitten. Deze lijnen teken je als een streepjeslijn. En worden dun getekend. 

 

Schaal.

Soms is het nodig om een tekening op schaal te tekenen omdat het voorwerp in werkelijkheid te groot of te klein is om duidelijk op papier te tekenen. De schaal staat dan op de tekening vermeld. Iets wat je twee maal zo klein tekent, heeft schaal 1:2. Dan is 10 mm op de tekening in werkelijkheid 20 mm. Een voorwerp op schaal 1:100 is in werkelijkheid 100 keer zo groot. Er zijn ook producten die je juist groter tekent. Dan is de schaal bijvoorbeeld 2:1. Het voorwerp is in werkelijkheid dus twee keer zo klein.

 

 

Maatlijnen
Maatlijnen zijn de lijnen op een technische tekening die aan beide uiteinden pijlen hebben. Bij het midden van elke lijn staat een getal. Met maatlijnen wordt op een technische tekening aangegeven hoe groot iets is. De maat wordt vaak aangegeven in millimeters. Maatlijnen worden altijd van klein naar groot weergegeven en komen aan de buitenranden van de tekening te staan. Dus als het ware om de tekening heen. Maatlijnen worden dun getekend.

Een maatlijn bestaat uit twee hulplijnen deze zijn dun getekend en een lijn met pijlen aan het uiteinde deze is dik getekend.

 

 

Hartlijnen
Een hartlijn is een stippellijn van korte en langere streepjes die precies door het midden van een getekend figuur loopt. In een technische tekening deelt de hartlijn een symmetrisch voorwerp doormidden. We noemen zulke voorwerpen symmetrisch. De twee helften zijn elkaars spiegelbeeld. Een rond voorwerp krijgt twee hartlijnen. Een hardlijn wordt dun getekend.


 

Uitslagen.

Uitslagen zijn onmisbaar in bij het maken van bijvoorbeeld doosjes, bakjes, etc van kunststof, metaal of karton. Je tekent hierbij de uitgeklapte versie van het gene wat je wil maken. Je moet je dus goed voorstellen hoe hij gaat worden als je hem in elkaar gaat vouwen.

 

 

 

 

 

 

Isometrisch Tekenen.

 

Bij een ruimtelijke tekening zie je een voorwerp van drie kanten tegelijk. Om diepte te krijgen, teken je ook lijnen schuin omhoog. In het echt lopen deze lijnen horizontaal.
Deze drie kanten zijn: de bovenkant, de voorkant en een zijkant. Bij een isometrische projectie teken je alle verticale lijnen recht omhoog. Alle horizontale lijnen teken je onder een hoek van 30°. Bij een isometrische projectie zie je dus drie zijden, hierdoor krijg je een veel beter beeld van hoe iets in het echt eruit zou zien. Veel architecten maken om deze reden gebruik van ruimtelijke tekeningen (3D), hierdoor kunnen ze hun klanten goed laten zien hoe iets eruit gaat zien.

 

 

 

Exploded view.

Ook kun je de onderdelen van een voorwerp een stukje van elkaar af tekenen alsof deze ontploft is. Op deze manier kun je heel duidelijk zien hoe de onderdelen eruit zien en hoe ze vast komen te zitten. Zo'n soort tekening noemen we een exploded view tekening. Deze wordt ook vaak toegepast bij bouwpakketten.

Rechthoekige projectie.

Je kunt een voorwerp van zes kanten bekijken. Als je precies recht voor één kant staat, zie je alleen die kant. Zo'n kant noem je een aanzicht. Elk aanzicht heeft een naam en vaste plaats. Het vooraanzicht staat in het midden. De andere aanzichten staan daar omheen. Vanuit het vooraanzicht worden de andere namen gegeven. Zo heb je dus: vooraanzicht (VA) bovenaanzicht (BA) onderaanzicht (OA) linkerzij aanzicht (LZA) rechterzij aanzicht (RZA) achteraanzicht (AA).

Het tekenen van deze aanzichten noemen we het tekenen volgens een rechthoekige projectie methode. Hierbij worden de verschillende aanzichten naar een recht vlak geprojecteerd zoals je in afbeelding 1 kunt zien. 

 

 

 

In de afbeelding 2 zie je recht geprojecteerde vlakken van het figuur nu op de juiste manier getekend. Eerst maak je een juiste opzet van een technische tekening (zie filmpje). vervolgens kun je op de juiste plekken de verschillende aanzichten tekenen. bij het tekenen van de aanzichten begin je bij het vooraanzicht en haalt met behulp van dit aanzicht de maten van de andere aanzichten over (zie filmpje aanzichten tekenen van een pennenkistje)

In een technische tekening worden verschillende lijnsoorten gebruikt die allemaal hun eigen functie hebben. In Afbeelding 3 zie je verschillende lijnsoorten die je gaat gebruiken bij het maken van een technische tekening.

De figuurlijn is een duidelijke lijn die het figuur wat getekend wordt duidelijk maakt.

De maatlijn is een lijn die de maat aan geeft. zet de maatlijnen zoveel mogelijk om de tekening heen en teken er enkel zoveel als je nodig hebt om het figuur te kunnen maken.

De onzichtbare lijn teken je als een streepjeslijn deze geeft aan waar er nog meer lijnen zijn die je niet kunt zien bijvoorbeeld een geboord gat.

De hartlijn is een lijn die het midden (hart) aangeeft van een figuur.

De hulplijn is een licht getekende lijn die je tekent bij bijvoorbeeld het overhalen van aanzichten of bij het tekenen van de maatlijnen.